CPV Header Image
Background overlay
Text Background

 

 

 

Montage kentekenplaat naast motor (zgn side mount) toegestaan.

Mede dankzij de MAG en vrijwilligers die hebben geholpen om dit dossier te blijven doorzetten bij het hof is eindelijk helderheid gekomen over de uitspraak die 19 april 2017 gedaan is over de plaats van de kentekenplaat op de motorfiets. Dit is dus gewoon toegestaan!

Naar aanleiding van de uitspraak van het Hof Arnhem‐Leeuwarden op 19 april 2017(ECLI:NL:GHARL:2017:3337) waarin het Hof aangeeft dat, gelet op artikel 7, zesde lid, eerste volzin, van de Regelingkentekens en kentekenplaten, de kentekenplaat op het midden van een motor moet zijn aangebracht en derhalveniet naast de motor is vanuit de politie contact opgenomen met het Parket CVOM. Daarbij werd aangegeven dat dit niet in overeenstemming was met de wijze van keuren voor een individuele goedkeuring van een motor door de RDW. De RDW zou namelijk onder bepaalde voorwaarden motoren individueel goedkeuren, waarbij de kentekenplaat links naast de motor is gemonteerd.

Vervolgens is navraag bij de RDW gedaan hoe dit wettelijk is geregeld. Na een reactie van de RDW te hebbenontvangen is geconcludeerd dat het inderdaad onder voorwaarden is toegestaan dat bij een motor de kentekenplaat niet midden achter op de motor hoeft te zijn gemonteerd.

Wetgeving en interpretatie

Ten eerste moet de zin waar het Hof zich op baseerde uit artikel 7 van de Regeling kentekens en kentekenplatenanders worden geïnterpreteerd. Met deze zin: “De kentekenplaat moet loodrecht op het verticale mediaanvlak vanhet voertuig zijn aangebracht en zich in verticale stand bevinden, met een tolerantie van 5%.” wordt niets anders bedoeld dat de kentekenplaat onder 90 graden (loodrecht) op de lengterichting (verticale mediaanvlak) van de motor moet zijn gemonteerd en dat deze hoek 5% mag afwijken. Deze zin heeft derhalve geen betrekking op de plaats van de kentekenplaat. NB In de verordening (EU) 44/2014, bijlage XIV is dit met de volgende beter te begrijpen tekst omschreven: 1.5.1.2. De plaat moet loodrecht op het middenlangsvlak van het voertuig staan.

Momenteel keurt de RDW motoren op basis van de verordening (EU) 44/2014, waarin bijlage XIV een aantal bepalingen zijn opgenomen over de plaats en zichtbaarheidseisen van de kentekenplaat. Er zijn twee bepalingen van belang, namelijk uit de bijlage XIV de punten 1.5.1.1.1. en 1.5.1.5.1.

“1.5.1.1.1. De ruimte voor het aanbrengen van een kentekenplaat aan de achterkant van het voertuig moet zodanig zijn dat de plaat in zijn geheel tussen de twee verticale langsvlakken kan worden geplaatst, die door de punten lopen waar het voertuig het breedst is, de achteruitkijkspiegels niet meegerekend. De ruimte zelf mag niet het breedste gedeelte van het voertuig vormen.” Hier staat dat de bevestiging van de kentekenplaat nooit buiten het breedste deel van de motor, uitgezonderd de spiegels mag uitsteken.

“1.5.1.5.1. De plaat moet zichtbaar zijn in de gehele ruimte die door de volgende vier vlakken wordt begrensd:— de twee verticale raakvlakken aan de twee zijranden van de plaat, die naar de linker‐ en de rechterkant van deplaat een naar buiten gemeten hoek van 30° vormen ten opzichte van het middenlangsvlak van het voertuig;”

Wat hiermee wordt bedoeld wordt op de twee onderstaande afbeeldingen weergegeven.

Indien de kentekenplaat te ver van de achterzijde wordt gemonteerd wordt het vereiste zichtveld van 30° niet gehaald omdat de achterband dit verhindert. Deze eis van 30° aan weerszijden van de kentekenplaat en de eis dateen kentekenplaat niet buiten het breedste punt van een motor mag uitsteken is tot nu toe echter niet opgenomenin de Regeling kentekens. Er is inmiddels wel verzocht om deze bepalingen alsnog op te nemen in deze regeling zodat deze eis die bij de toelating van toepassing is ook gebruikt kan worden voor de handhaving.

Daarnaast is de achterzijde van een voertuig voor wat het de plaats van de kentekenplaat betreft niet gedefinieerd.Volgens de RDW is elke plaats na het midden van het voertuig gezien vanuit de lengte richting toegestaan zolang maar aan de andere vereisten wordt voldaan. Gelet op de bovenstaande zichtbaarheidseis en de eis dat de plaat nietbuiten de motor mag uitsteken zal dit punt na wijziging van de Regeling kentekens en kentekenplaten niet ver van de daadwerkelijke achterzijde van de motor liggen.

Handhaving

Omdat in de Regeling kentekens en kentekenplaten momenteel de zichtbaarheidshoek van 30° niet is opgenomenen slechts gehandhaafd kan worden op de huidige bepalingen uit deze regeling, zoals de bepaling dat dekentekenplaat op 20 m recht achter het midden van de motor zichtbaar moet zijn. Het is in ieder geval dus toegestaan dat een kentekenplaat links naast een motorfiets is gemonteerd en het is vanaf heden niet meer toegestaan hier handhavend tegen op te treden, tenzij niet wordt voldaan aan een andere bepaling uit de Regelingkentekens en kentekenplaten.

Januari 2018 Parket CVOM Jan Visser